• Buikkrampen (door de krampen in de darmen moet je vaker naar het toilet).
• Misselijk zijn en overgeven.
• Moe en een slap gevoel (voornamelijk bij kinderen).
• Soms koorts en hoofdpijn.
• Winderigheid.
• Dunne, waterige ontlasting die veel vaker komt dan normaal.
• Jezelf niet helemaal fit voelen.
• Uitdrogingsverschijnselen.

• De ontlasting komt minder vaak dan dat je gewend bent.
• Het kan meer moeite kosten om te poepen en dit kan ook pijnlijk zijn.
• De ontlasting is vaak hard en droog of keutelig.
• Doordat er veel ontlasting in de dikke darm ophoopt kun je buikpijn of buikkrampen krijgen. 
• Je kunt na het poepen het gevoel hebben dat je nog een keer moet.
• Er kan dunne ontlasting lekken.
• Er kunnen scheurtjes in de anus ontstaan.
• Aambeien

• Bij kinderen die jonger zijn dan 2 jaar en een hele dag last hebben van diarree.
• Bij kinderen boven de 2 jaar die langer dan 3 dagen last hebben van diarree.
• Als er algemene ziekteverschijnselen optreden zoals koorts (lichaamstemperatuur hoger dan 38 °C).
• Als er bloed of slijm bij de ontlasting zit.
• Als je continu last van buikpijn hebt.
• Bij een verhoogd risico op uitdroging. Dit heb je wanneer:
  • Je vaker dan 6x per dag last van waterdunne diarree hebt gedurende 3 dagen of langer. Bij kinderen onder de 2 jaar of ouderen boven de 70, verminderde nierfunctie of hartfalen is er al een verhoogd risico op uitdrogen wanneer dit 1 dag of langer duurt.
  • Bij koorts en diarree gedurende 3 dagen of langer. Bij kinderen onder de 2 jaar of ouderen boven de 70, nierfalen of hartfalen is er al een verhoogde kans op uidroging wanneer dit 1 dag of langer duurt.
  • Je vaker dan 3 x per dag waterdunne diarree hebt bij oudere boven de 70, verminderde nierfunctie of hartfalen en gebruik van een plastablet, Ras-remmer,SGLT-2 remmer of metformine. Bekijk hier ons aanbod aan diarree remmers. 
  • Bij waterdunne diarree die vaak voorkomt met daarbij aanhoudend braken en weinig vochtinname.
  • Opvallend veel dorst.
  • Bij gebruik van een medicijn dat de kans op uitdrogen kan verhogen, bijvoorbeeld plastabletten.
• Bij uitdrogingsverschijnselen zoals sufheid, verward zijn, het gevoel hebben flauw te vallen, weinig plassen, donkere urine.
• Als de diarree een bijwerking van een ander medicijn kan zijn.
• Als je een dag niet hebt geplast. (Als je ouder bent dan 70 jaar is het verstandig om een arts te raadplegen wanneer je al langer dan 8 uur niet hebt geplast), donkere urine.
• Als de diarree na een week nog niet minder is geworden.
• Wanneer je een medicijn gebruikt die als bijwerking diarree geeft of waarbij de diarree de kans op bijwerkingen van de medicatie kan verhogen.
• Wanneer je gedurende enkele weken afwisselend klachten van diarree en verstopping hebt.

• Wanneer je een medicijn gebruikt dat verstopping kan veroorzaken.
• Wanneer je al enige dagen een laxeermiddel hebt gebruikt en dit geen resultaat heeft opgeleverd.
• Bij een buikpijn die veroorzaakt wordt door krampen in combinatie met overgeven en een opgeblazen gevoel.
• Wanneer er bloed bij de ontlasting zit.
• Bij kinderen als verandering in de voeding of een laxerende limonadesiroop geen resultaat hebben opgeleverd.
• Als de verstopping zich afwisselt met diarree.
• Algehele malaise of koorts.
• Wanneer je weinig of geen trek hebt in eten en drinken of wanneer je gewicht verliest. 
• Wanneer je na enkele dagen gebruik van een laxeermiddel geen verbetering merkt.

Hieronder lees je het advies van onze apotheker.

Het grootste probleem bij diarree is een verhoogde kans op uitdroging. ORS wordt gebruikt om het verloren vocht, de suikers en zouten weer aan te vullen. Doordat de darmen zout en suikers nodig hebben om het vocht in het lichaam op te kunnen nemen is vaak alleen water drinken niet voldoende. Het is wel belangrijk om naast het gebruik van ORS voldoende te blijven drinken. ORS is een poeder dat je moet oplossen in water. In Nederland kun je hiervoor kraanwater gebruiken. In het buitenland is het kraanwater niet altijd geschikt om te drinken, hier is het verstandig om mineraalwater te gebruiken. ORS is zonder recept verkrijgbaar.

Acute diarree gaat meestal vanzelf over. Maar wanneer je bijvoorbeeld een lange bus- of vliegries gaat maken of in een belangrijk overleg zit kan het erg lastig zijn als je steeds naar het toilet moet. In deze gevallen kan Loperamide een uitkomst bieden. Loperamide remt binnen enkele uren de beweging in de darmen en zorgt ervoor dat de darm beter sluit. Hierdoor blijft de ontlasting langer in de darmen zitten en wordt het steviger. Het is niet de bedoeling om Loperamide lang achter elkaar te gebruiken omdat het dan juist verstopping van de darmen kan veroorzaken. Wanneer je 2 dagen achter elkaar Loperamide hebt ingenomen en er is geen verbetering opgetreden is het verstandig om een (huis)arts om advies te vragen. Loperamide wordt ook wel eens gebruikt bij de behandeling van chronische diarree, maar altijd op voorschrift van een (huis)arts.

Lactulose wordt niet afgebroken in de maag en komt hierdoor in de dikke darm terecht. De bacteriën in de darmen zetten lactulose om in een natuurlijk zuur. Deze zuren zorgen ervoor dat het vocht wordt vastgehouden in de darmen. Hierdoor neemt het volume van de ontlasting toe. De combinatie van de werking van de zuren en het dikker worden van de ontlasting zorgt ervoor dat de darmen harder gaan werken. Dit zorgt ervoor dat de ontlasting naar buiten wordt geduwd. Meestal duurt het één tot twee dagen voordat Lactulose gaat werken.

Macrogol is een laxeermiddel. Het trekt vocht aan waardoor de ontlasting zachter wordt. Macrogol zorgt er ook voor dat de darmen harder gaan werken waardoor de ontlasting naar buiten wordt geduwd. Meestal duurt het één of 2 dagen voordat het gaat werken. Lactulose en Macrogol kunnen gebruikt worden bij een tijdelijke verstopping. Wanneer je last hebt van een langdurige verstopping is het advies om een Psylliumzaad zoals Plantago Ovatapreperaat te gebruiken.